Cubitaal tunnelsyndroom

Het cubitaal tunnel syndroom ofwel nervus ulnaris entrapment is een zenuwbeknelling van de ulnaris zenuw aan de binnen-achterzijde van de elleboog juist achter de mediale epicondyl in de sulcus n. ulnaris.
Op grond van het klachtenpatroon kan de diagnose worden vermoed. Bij lichamelijk onderzoek kunnen gevoelstoornissen in ringvinger en pink worden gevonden en kan de pinkmuis plaatselijk wat dunner blijken te zijn, maar meestal worden er geen afwijkingen gevonden. Een soortgelijk klachtenpatroon, dat daarom verwarring over de diagnose kan geven, komt voor bij beknelling van de zenuw door een nekhernia, door artrose (slijtage) van nekwervels, of door het bestaan van nauwe ruimtelijke verhoudingen in de schouder (zogenaamd scalenus syndroom of halsribsyndroom). Deze oorzaken dienen door het neurologische onderzoek te worden uitgesloten, omdat ze uiteraard een andere behandeling vereisen.
Bloedonderzoek kan worden verricht om oorzaken op te sporen en bij het vermoeden op een benige oorzaak kan een röntgenfoto worden gemaakt.
Om de diagnose te bevestigen wordt een spieronderzoek aangevraagd (EMG = elektromyografie), waarop dan een vertraging van de zenuwgeleiding is te zien over het deel van de nervus ulnaris dat in de cubitale tunnel is gelegen.
Behoudens het zekerstellen van de diagnose kan daarbij tevens worden uitgesloten of de zenuw niet op een andere plaats in de knel zit.

Er zijn 2 aandoeningen waarbij de nervus ulnaris geïrriteerd kan raken.
1. Hij wordt bekneld in de sulcus ulnaris. (er is dan te weinig ruimte)
2. De zenuw subluxeerd uit de sulcus n. ulnaris bij bepaalde bewegingen van de elleboog. (Er is teveel ruimte waardoor de zenuw uit het kanaal kan komen, vnl. tijdens het buigen van de elleboog)
Anatomie N.ulnaris
Aan de achter- binnenzijde van de elleboog zit sulcus n. ulnaris die samen met zijn begrenzingen (olecranon, epicondylus medialis en ligament sulcus n. ulnaris) de cubitale tunnel vormt. Door deze tunnel loopt de nervus ulnaris. De n. ulnaris kan bekneld raken of juist te los liggen in zijn tunnel. Beide situaties kunnen klachten geven die gevolgen hebben voor de motoriek en sensibiliteit in de onderarm en hand.

 

 

 

Mogelijke gevolgen van een cubitaal tunnel syndroom

Eén van de eerste symptomen van een cubitaal tunnel syndroom is tinteling, pijn en mogelijk ook gevoelsstoornissen in de hand aan de pinkzijde. Bij een volledig gebogen stand van de elleboog kunnen de symptomen heftiger worden.
‘s Nachts op de gebogen elleboog liggen geeft de typische klachten.

In de differentiale diagnostiek moeten wel cervico-thoracale (C7-C8) aandoeningen en een mogelijk entrapment in het kanaal van Gyonworden uitgesloten. Cervico-thoracale problemen kunnen ook sensibele symptomen geven aan de pinkzijde van de hand

 

 

Druk op de n. ulnaris ter hoogte van de sulcus kan de symptomen opwekken of versterken. Dit is geentest die zekerheid geeft over een n. ulnaris probleem aangezien er ook symptomen opgewekt kunnen worden bij gezonde personen.

Het tikken op de zenuw is ook nieteen diagnostisch middel om de diagnose vast te stellen.

We mogen met een positieve test hooguit een verdenking op 
n. ulnaris problemen hieruit opmaken, meer niet.
Indien er al langere tijd een n. ulnaris entrapment aanwezig is kunnen motorisch verschijnselen gaan optreden. Een simpele test zoals hiernaast kan diagnostisch van belang zijn. Er kunnen motorische uitvalsverschijnselen aanwezig zijn waardoor diverse handspieren aan kracht verliezen en/of  atrofiëren. Een EMG onderzoek kan uitsluitsel geven.

Een typisch verschijnsel bij een n. ulnaris uitval is de zogenaamde klauwhand. Bij een cubitaal tunnel syndroom zullen we deze symptomen zelden zien daar de patiënt al eerder aan de bel trekt
i.v.m. zijn sensibele tekens die al in een eerder stadium optreden.

Behandeling cubitaal tunnel syndroom (entrapment n. ulnaris)
De behandeling van een cubitaal tunnel syndroom is in eerste instantie conservatief. Rust en het voorkomen van de typische symptomen zijn de leidraad voor een mogelijke oplossing. Fysiotherapeutische interventie kan enige verlichting geven. Mochten de symptomen blijven bestaan of verergeren dan kan een operatieve ingreep noodzakelijk zijn. In dat geval wordt de n. ulnaris vaak verlegd naar mediale voorzijde van de epicondylus medialis. De zenuw wordt vaak onder de spieren gelegd, om beschadiging te voorkomen (flexoren). Soms in de spieren of juist onder de huid (subcutaan).  (ulnar nerve transposition). De resultaten van een operatieve ingreep zijn wisselend.

Subluxatie van de N. ulnaris
Indien het ligament sulcus n. ulnaris te laks is en beweging van de n. ulnaris toelaat uit de tunnel naar mediaal-voor spreken we van een subluxatie n. ulnaris. Deze aandoening behoort tot het cubitaal tunnel syndroom. De n. ulnaris springt uit de sulcus bij het buigen van de elleboog. Dit geeft irritatie van de zenuw daar deze over de mediale epicondylus schuurt. De symptomen zijn op den duur hetzelfde als bij een entrapment n. ulnaris zoals hierboven is beschreven. De patiënt zal vaak aangeven dat er iets verschuift of wegspringt.

Behandeling
Ook hier zal men in eerste instantie conservatieve therapie toepassen. Mocht de klacht verergeren of blijven voortduren, kan ook hier besloten worden om via operatief ingrijpen de n. ulnaris te verleggen naar mediaal-voor.
Een ander ingreep die soms wordt overwogen is het verkleinen van de mediale epicondyle zodat de zenuw vrij spel heeft tijdens zijn subluxerende bewegingen.
Mocht er verdenking zijn op een cubitaal tunnel syndroom dan is een bezoek aan de neuroloog te adviseren. Deze kan een EMG-onderzoek starten om meer zekerheid te krijgen over de plaats en ernst van de n. ulnaris irritatie. Een juiste diagnose is cruciaal voor een juiste therapie.

error: Content is protected !!
Scroll naar boven