Differentiaal diagnose

Voor de differentiaaldiagnose bij de golfarm zijn de volgende aandoeningen van belang om uit te sluiten.
1. n. ulnaris aandoeningen
2. bursitis (slijmbeursontsteking)
3. cervico-thoracale problemen (uitstralingen vanuit de hals-borst wervelkolom)
4. thoraxic outlet
5. arthrose / arthritis van het ellebooggewricht
6. posterieur impingement syndroom
7. mediale instabiliteit
8. M. triceps (mediale)

1.De N. Ulnaris
De meest voorkomende aandoening van de n. ulnaris is het cubitaal tunnel syndroom

2. Bursitis (slijmbeursontsteking)
D

De bekendste slijmbeursontsteking bij de elleboog is de bursitis olecranon.
Deze slijmbeurs kan zonder enige oorzaak ontstaan. Kenmerkend voor deze aandoening is de zwelling aan de achterste elleboogknobbel evt. gepaard met roodheid en warmte. De slijmbeurs kan acuut en heftig aanwezig zijn met de nodige pijnklachten en buigbeperkingen van de elleboog. Druk of steunen op de elleboogknobbel is pijnlijk en meestal onmogelijk. De slijmbeurs kan op langer termijn chronisch worden en heeft dan meestal oplevingen afwisselend met minder pijnlijke intervallen. Vaak is de slijmbeursontsteking therapieresistent en indien de klachten te veel hinder geven in het dagelijks leven kan tot operatieve verwijdering worden overgegaan.

3. Cervico -Thoracale problemen
De halswervelkolom en ook de overgang hals-borst-wervelkolom geven zenuwen (C7-C8) die dezelfde uitstralende pijnklachten kunnen geven als die bij een golfarm. De oorzaak is een mogelijke inklemming / irritatie van zenuwen als gevolg van (beginnende) arthrose of discusaandoeningen van de betreffende wervels. Bij deze aandoening zien we ook vaak sensibiliteitsstoornissen (dove gevoel/ tintellingen en/of prikkelende sensaties) die tot in de pink en ringvinger kunnen uitstralen. Bewegingen of bepaalde houdingen van de halswervelkolom kunnen de klachten opwekken. Dit is bij een golfarm niet het geval. De diagnose wordt door een arts of specialist bepaald. Een röntgenfoto / CT / MRI of EMG kan evt. helpen bij het stellen van deze diagnose.

 

 

 

4. Thoraxic Outlet Syndroom
– is een afknelling / beknelling van zenuwbanen en / of bloedvaten.
– de afknelling kan doorgaans geschieden op vier plaatsen:
1. extra halsrib
2. in de hals (scalenus-syndroom) tussen M. scalenus medius en M. scalenus anterior
3. tussen 1e rib en sleutelbeen
4. onder de kleine borstspier
– de klachten kunnen in de hele arm zijn of duidelijk afgebakend in bepaalde regio’s van de arm en hand (afhankelijk van welke zenuw of bloedvat is bekneld)
– de klachten kunnen zijn: pijn, tintelingen, dof gevoel, zwaar gevoel.

5. Arthrose / Arthritis van de elleboog
Arthritis van het ulnaire-humerale gewricht kan m.n. voorkomen bij reumatische aandoeningen of poly-arthritis. We vinden dan vaak een warm, gezwollen en soms rood gewricht. We spreken ook wel van een synovitis. De gewrichtspleet is moeilijker palpabel en drukpijnlijk. Volledige flexie en extensie zijn pijnlijk en beperkt. De patiënt(e) heeft vaak elders in het lichaam soortgelijke gewrichtsklachten. Het bloedonderzoek is van belang evenals een deskundig onderzoek van het lichaam door huisarts of specialist. Kenmerkend voor deze aandoening is dat maanden veel pijnklachten zijn gevolgd door een rustigere periode. In rust en gedurende nacht zijn de pijnklachten vaak heviger.
Een belangrijke oorzaak van een ontstekingsproces van het ulnaire-humerale gewricht zijn injecties. De ontsteking treedt op na enkele maanden nadat de injectie is gezet doordat de cortisonen het kapsel en kraakbeen doet degeneren. Daarbij komt nog dat de meeste artsen tijdens het injecteren zgn. “druppels zetten” en de naald verschillende kanten op wringen (soms zelfs in het gewricht) wat het kraakbeen beschadigd
Arthrose van het ellebooggewricht komt zelden voor. Een langdurige grote overbelasting of een eerdere botbreuk in de buurt van het gewricht kan leiden tot kraakbeen beschadiging of afbraak. Typisch van deze klachten is de startpijn die in verloop van de ochtend verdwijnt. Ook bij arthrose vinden we meestal een geïrriteerd kapsel (synovitis) wat verdikt en drukpijnlijk is.

Arthritis:
– ontsteking van de synovia
– gezwollen kapsel
– gewrichtsspleetversmalling
– uiteindelijk ook kraakbeenafbraak

 

Arthrose:
– kraakbeen degeneratie
– soms losse stukjes kraakbeen
– botwoekeringen aan de gewrichtsranden
– gewrichtsspleetversmalling
– kapsulaire retractie

 

6. Posterieur impingement syndroom
Inklemming van kleine botfragmenten of weke delen aan de achterzijde van de elleboog vnl. in de fossa olecanon. Er is pijn bij het volledig doorstrekken van de elleboog (wat vaak niet geheel mogelijk is als gevolg van de pijn). In sommige gevallen bestaat er een stressfractuur van het olecranon. Voor de volledigheid moet ook de m. triceps (mediale distale aanhechting) worden genoemd. Een verdikking in combinatie met verkleving aan de distale-mediale humerus kan inklemmingsverschijnselen geven. (bij golfarmen belangrijk als diff. diagnose).
Over het algemeen wordt in eerste instantie gekozen voor een conservatieve behandeling. Blijven de klachten meer als een jaar bestaan kan over gegaan worden op een operatieve ingreep.

7. Mediale instabiliteit
Mediale instabiliteit komt voor bij o.a. werpsporten en wordt in de differentiaal diagnose nogal eens over het hoofd gezien. Instabiliteit wordt veroorzaakt door het oprekken (insufficiëntie) of gedeeltelijk inscheuren van de mediale banden aan de binnenzijde van de elleboog. Het ligament collaterale ulnaire is hierbij meestal aangedaan. De pijnklachten treden op doordat kapsel en pezen meer krachten te verwerken krijgen en er “gapping” optreed naar mediaal. Op de lange duur geeft dit ook klachten aan de andere zijde van de elleboog (lateraal) als gevolg van compressie (mogelijk arthrose). Mediale instabiliteit is (conservatief) behandelbaar indien overrekking wordt voorkomen en musculaire krachttraining intensief wordt uitgevoerd. Een volledige genezing vergt zeker enkele maanden.

De “moving valgus stress test” is een goede test om de  mediale band te testen op evt. laxiteit of rupturen
Max. exorotatie schouder + 90 graden abductie, elleboog in volledige flexie, valgus druk behouden op elleboog: vanuit deze stand de elleboog snel extenderen: de test is positief als er pijn optreed tuusen 120 en 70 graden flexie.
Indien de test positief is moet verdenking op een (partiële) ruptuur van de mediale banden serieus genomen worden.

 

 

8. M. Triceps (caput mediale)
Aandoeningen van de m. triceps komen relatief weinig voor. In het onderzoek zal toch enige aandacht moeten worden besteed aan de mogelijke pathalogie van deze spier.
tendinosis
– ruptuur
– snapping (hierbij subluxeerd het mediale distale deel van de m. triceps over de mediale condyle)

error: Content is protected !!
Scroll naar boven